Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeiden Zebah en Tsalmuna: Sta gij op, en val op ons aan, want naar dat de man is, zo is zijn macht. Zo stond Gideon op, en doodde Zebah en Tsalmuna, en nam de [30]maantjes, die aan de halzen hunner kemelen waren. 30. Die gouden halssiersels, die in het Hebreeuws hun naam hebben van de maan, omdat zij rond waren gelijk de volle maan.